Grieg en Nederland

Het Concertgebouworkest speelde een beslissende rol in de professionalisering van het Bergen Filharmonisch Orkest, vertelt de Noorse musicologiehoogleraar Randi Margrete Selvik. ‘Grieg zei: we werken met de Nederlanders of ik haak af.’

Grieg was met zijn helderblauwe ogen ‘onweerstaanbaar charmant’ en leek op ‘een onschuldig kind’, zei Tsjaikovski. In werkelijheid kon de Noorse componist geweldig doortastend zijn en bij velen tegen de haren in strijken. Zo ook in 1898 toen de organisatie van een visserijfestival in Bergen aan Grieg vroeg om een concertenserie te realiseren. Grieg was toen al een aantal jaar dirigent-af in Bergen, maar hij nam de uitnodiging graag aan.
Wel, zei hij, is het nodig om professionele muzikanten te laten komen. De meeste muzikanten van het Bergens orkest waren, ondanks alle goede bedoelingen, amateurs. Nu kan het woord ‘amateur’ een positieve betekenis hebben, in de zin van een ware liefhebber. Maar op die betekenis doelde Grieg niet. Het schortte de musici in zijn ogen aan toewijding. Dat had hij aan den lijve ondervonden in het najaar van 1880, toen hij nog dirigent was: twee dagen voor een groot concert hadden negen koorleden het tijdens de repetities laten afweten. De dames gaven er de voorkeur aan om naar een bal te gaan. Grieg was zeer verontwaardigd en weerde ze vervolgens uit het koor.
Eind 1800 stond deze negatieve ervaring nog diep in Griegs geheugen gegrift. Het was zijn volste overtuiging dat je alleen met een professioneel orkest een succesvol concert kon realiseren. Met aandachtige muzikanten die een gedegen opleiding hadden genoten, die fatsoenlijk betaald kregen en van wie je dus ook mocht eisen dat ze goed werk leverden. Zo’n orkest was er destijds in Noorwegen niet. Deels omdat er geen conservatorium was: Noorse muzikanten gingen voor scholing naar Leipzig of Berlijn.

Een geweldig succes
‘Grieg zei tegen het organisatiecomité: we werken met het Concertgebouworkest of ik haak af,’ vertelt Randi Margrete Selvik, hoogleraar musicologie in Trondheim en mede-auteur van het jubileumboek Harmonien i fire satser (‘De harmonie in vier delen’) dat onlangs ter gelegenheid van het 250-jarig bestaan van het Bergens Filharmonisch Orkest verscheen. ‘Het comité was verrast. Iedereen was het er wel over eens dat het Bergens orkest niet zo goed was, maar de stap naar het  Concertgebouworkest was groot. Maar Grieg wist waarover hij het had: hij was in 1987 betrokken geweest bij uitvoeringen van het orkest en wist hoe goed de muzikanten waren.’
Het comité wendde zich niettemin tot het orkest uit Oslo, dat toen Kristiania heette. Grieg nam daarop afscheid. Tot overmaat van ramp bleek het orkest uit Oslo duurder dan het Concertgebouworkest. Het comité viel vervolgens uit elkaar en het festival werd in eerste instantie afgelast. Maar een nieuw comité werd ingesteld en benaderde Grieg opnieuw. ‘Ze smeekten hem om terug te komen. Hij zou zijn zin krijgen, zeiden ze. Ze zouden het Concertgebouw uitnodigen.’
De komst van het Concertgebouworkest middenin de zomer van 1898 vormde volgens Selvik een beslissend moment in het lange proces van de professionalisering van het Bergen Filharmonisch Orkest. De concerten van het Concertgebouworkest waren een geweldig succes. Zes avonden trad het orkest op en elke avond zat de zaal compleet vol. Grieg schreef begin juli 1898 aan zijn Duits-Nederlandse vriend Julius Röntgen: ‘Nu zegt men in Bergen en Kristiania: wij moeten een beter orkest krijgen. Dit is voor mij de grootste triomf.’ Selvik: ‘Hij had goed aangevoeld hoe het publiek zou reageren. De concerten pasten uitstekend bij zijn ambitie om Bergen ervan te overtuigen dat ze moesten gaan investeren in een professioneel orkest.’

Noorse muziek
Het Concertgebouworkest speelde de eerste avonden vooral stukken van Noorse bodem, blijkt uit de archief van Bergens Tidene, de lokale krant. Delen uit Griegs onvoltooide opera Olav Trygvason, maar ook pianostukken van onder meer Christian Sinding, Halfdan Kjerulf en Edmund Neupert.
Een aantal keer dirigeerden componisten hun eigen stukken. Het voornaamste deel kwam echter voor rekening van Johan Svendsen, een bekend gezicht in het internationale muziekleven, die naast andermans stukken ook eigen werk dirigeerde. Solisten waren onder meer Erika Lie-Nissen, een geliefde pianiste, en de twee operazangeressen Amalie Harloff en Ellen Gulbranson.
Op de laatste avond dirigeerde Willem Mengelberg het volledige programma, dat een internationaler karakter had dan de andere avonden, met onder meer stukken van Beethoven, Wagner en Berlioz (zie ook kader). Bijzonder is dat die avond ook de eerste suite uit Griegs Peer Gynt gespeeld werd, terwijl Grieg hoogstwaarschijnlijk als toehoorder in de zaal zat.
Grieg was erg te spreken over Mengelberg, blijkt uit een brief aan Röntgen. Wel maakte Mengelberg een faux-pas. Selvik: ‘Mengelberg was op Svendsen afgestapt en had allerlei adviezen gegeven over hoe Svendsen zijn eigen stukken beter kon dirigeren. Maar Svendsen was zeer ervaren en volgens Grieg honderd keer beter dan Mengelberg die toen nog maar 27 was.’ Nadat de Noorse dirigent alles had aangehoord, zei Svendsen tegen Mengelberg: ‘Wat draagt u toch een mooie jas.’ Selvik: ‘Hij maakte er maar een grapje van.’

Beter dan het Gewandhaus
Het bezoek van het Concertgebouworkest was nog om een andere reden bijzonder: het ging om het eerste bezoek van een buitenlands orkest in Noorwegen. Tot dan toe waren er alleen enkele kleine ensembles uit het buitenland langs geweest. ‘Bergen was niet zo groot. De stad werd altijd overgeslagen.’ Volstrekt onterecht, liet Grieg blijken. Iedereen verdient goede muziek, een overtuiging waar hij zich zijn leven lang voor inzette.
Grieg was na afloop van de concertenreeks zo enthousiast dat hij in brief aan Max Abraham op 6 juli schreef dat hij nooit betere uitvoeringen had gehoord ‘zelfs niet van het Gewandhausorkest in Leipzig’. Selvik: ‘Een geweldig compliment.’
Bergen kreeg de smaak te pakken: de stad kreeg een orkest dat zich stap voor stap professionaliseerde. Inmiddels is het Bergens Filharmonisch Orkest internationaal bekend en treedt het wereldwijd op, zoals afgelopen jaar nog, in het Amsterdamse Concertgebouw.

Afscheidsconcert
Op 3 juli 1898 vond het afscheidsconcert plaats van het Concertgebouworkest in Bergen. Willem Mengelberg was de dirigent. Dit stond er op het programma (bron: archief Bergens Tidene):

  • Ouverture no. 3 uit Leonore (Beethoven)
  • Symfonie opus 21 (Christian Sinding)
  • Vorspiel und Liebestod uit Tristan en Isolde (Wagner). Met Ellen Gulbranson als Isolde.
  • Eerste suite uit Peer Gynt (Grieg)
  • Drie stukken uit The Damnation of Faust (Berlioz): Menuet de Folles, Danse des Sylphes en Marche Hongroise.
  • Ouverture uit Tannhaüser (Wagner)

Door Winnifred Jelier

Verschenen in Muze/Pianowereld, januari 2016.